Dirk neemt een taxi en vindt zijn broer in Singapore stad.
In 1947 krijgt hij weer verlof om zijn broer op te zoeken. 1-8-R.I. ligt dan op Sumatra.
Albert is in Batavia.
Tenslotte: ‘Deze oorlog was niet nodig. Het bleek uiteindelijk te gaan om de bescherming van de belangen van de rijken:
Veel mensen, die het hier niet te breed hadden waren al voor de oorlog naar Indië gegaan. Ze kregen fl 300,- handgeld.
Als soldaat verdiende ik fl 45,- Na mijn bevordering tot soldaat eerste klas werd dat fl 78,-
Bij terugkomst kreeg ook ik handgeld: fl 300,-.
We konden er niet al te veel voor kopen’.
De thuiskomst was waardeloos: ‘We wollen noar huus. Nu moesten we eerst met de bus naar de Nieuwe Markt in Kampen en daarna mochten wij, de zeven IJsselmuidenaren, pas naar ons dorp.
Daar stonden langs de Nieuwe weg veel van onze dorpsgenoten, die ons enthousiast begroetten!’
Bij het afscheidsdefilé in Apeldoorn staat Dirk zoals altijd vooraan (hij is nogal klein). Koningin Wilhelmina komt ook op hem af. Ze vraagt: ‘Hoe heb je het gehad?’
‘Ze bleef maar even bij me staan toen ik zei: Slecht, we hadden niks te roken’.