verlieslijsten van half april tot half juni

verlieslijsten van half april tot half juni

14 april 16 gesneuvelden
16 april 40 gesneuvelden
23 april 17 gesneuvelden
3 mei 18 gesneuvelden
5 mei 18 gesneuvelden
10 mei 12 gesneuvelden
14 mei 19 gesneuvelden
19 mei 8 gesneuvelden
21 mei 13 gesneuvelden
28 mei 14 gesneuvelden
2 juni 7 gesneuvelden
4 juni 30 gesneuvelden
11 juni 17 gesneuvelden
16 juni 17 gesneuvelden

In Batavia is een officieel rapport gepubliceerd over de voorlopige resultaten van het onderzoek naar beweerde wreedheden, die door Nederlandse militairen in Indonesië zouden zijn begaan.
Omtrent de geruchtmakende zaak te Peniwen wordt medegedeeld, dat de vertegenwoordiger van de procureur-generaal te Soerabaja en de subst. auditeur-militair van de krijgsraad na kennisneming van het verhoor van veertig militairen en twaalf burgers van oordeel zijn, dat niets positiefs is gebleken van enige bezwarende omstandigheden ten nadele van de militairen, die aan de actie te Peniwen hebben deelgenomen.
image092Op Zaterdag 19 Febr. j.l. vond bij ’t ziekenhuis te Peniwen een botsing met een gewapende groep plaats, waarbij verscheidene doden vielen.
Volgens de beschuldigingen zouden de militairen hierbij onmenselijk zijn opgetreden, waardoor o.m. de godsdienstoefening van de Christengemeente niet kon doorgaan.
Een volledig oordeel over de gebeurtenissen op die dag is nog niet mogelijk, omdat het onderzoek nog niet
beëindigd is. Wel is komen vast te staan, dat de voortgezette actie op Zondag 20 Februari niet in de onmiddellijke nabijheid van het kerkgebouw plaatsvond, in welk gebouw die morgen overigens geen dienst werd gehouden. Op grond van de thans ter beschikking staande gegevens is de commissie van onderzoek van oordeel dat tijdens deze voortgezette actie op Zondagmorgen geen personen zijn gefusilleerd. Het onderzoek in deze zaak wordt ten zeerste bemoeilijkt doordat belangrijke getuigen uit de bevolking van Peniwen door rondzwervende TNI-troepen zijn geëvacueerd, al dan niet gedwongen.

In verband met het geval Santoso zal een sergeant-majoor voor de krijgsraad moeten verschijnen. De heer Santoso, echtgenoot van de gewezen republikeinse minister, mevrouw Santoso, werd op de eerste dag van de tweede politionele actie doodgeschoten, toen hij met de heer Soetojo, twee dames en een chauffeur per auto van Djocja naar Solo onderweg was. Het onderzoek heeft uitgewezen, dat op de auto is geschoten, omdat de bestuurder geen gehoor gaf aan een bevel om te stoppen.
Hierbij werd de chauffeur gewond. De korporaal Van H. die de leiding had van de groep militairen, gaf hem snelverband, zijn veldfles en acht tabletten. Kort daarop verscheen de sergeant-majoor G., die de arrestanten liet fouilleren. Volgens een der militaire getuigen trok nu of de heer Santoso of de heer Soetojo een revolver, waarna sergeant-majoor G. alle zeven arrestanten (vier Indonesiërs waren reeds in handen van de militairen), doodschoot met zijn tommy gun. De beide dames verklaarden, dat voor zover zij konden nagaan, geen der mannen een wapen bij zich had. Op grond van de voor hem zeer bezwarende resultaten van het onderzoek zal G. zich voor de krijgsraad te verantwoorden hebben. Doordat hij bij het verdere verloop van de acties ernstig gewond raakte, moest de terechtzitting echter worden uitgesteld. G. is thans nog niet genezen.

Ook het onderzoek naar de wijze waarop 21 December een huisbewaarder van Soekiman
(de latere minister president van Indonesië) in de omgeving van Djocja de dood vond, heeft dusdanig bezwarend materiaal opgeleverd, dat de krijgsraad in deze zaak uitspraak zal doen.

G.d.M.:
De evacuatie van Jogjakarta wordt uitvoerig beschreven. De Nederlandse troepen moeten op 1 juli weg zijn.
Er verlaten 43.000 mensen Djocja. Met konvooien worden 31.000 mensen geëvacueerd en 2250 gaan op eigen gelegenheid. 10.000 mensen gaan zonder voorafgaande toestemming van het departement van Sociale Zaken. Bovendien vertrekken 9.000 Chinezen.
Soekarno komt op woensdag 6 juli terug in Jogjakarta.
‘Thans heersen rust en orde’.

Er worden erebogen opgericht, slagzinnen aangebracht waarin de republikeinse regering wordt verwelkomd.
Leden van de republikeinse ondergrondse beweging, die in de stad hebben gewerkt als contactpersoon voor de republikeinse strijdkrachten en de Nederlandse autoriteiten last hebben bezorgd, komen thans openlijk te voorschijn om na de komst van de republikeinse autoriteiten belangrijke posities in te nemen. Na het wegtrekken van de Nederlanders ziet men in de stad alom weer rood witte vlaggen

 

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.